De laatste grote ontdekkingsreis
Op 30 september 1839 vertrok een jonge Britse plantenkenner op een reis zoals die nu niet meer mogelijk is. Het zou de laatste grote ontdekkingsreis per zeilboot worden, op zoek naar de magnetische Zuidpool. Niemand aan boord van de twee schepen wist wat hem precies te wachten stond. Als je nu naar de maan of zelfs naar Mars reist, weet je meer van je bestemming dan deze mensen toen. De plantenman, Joseph Dalton Hooker, was met zijn 23 jaar de jongste man aan boord.
Plantenjacht
Hij had die zaterdag geen duidelijk zicht op hoe lang hij weg zou zijn; uiteindelijk bijna vier jaar. Hij had nauwelijks een idee dat Antarctica een continent was, en die Zuidpool dus niet per boot bereikt kon worden. En dat deze expeditie meer dan 180 jaar later nog steeds relevant zou zijn voor de biologie, zag hij vermoedelijk ook niet aankomen.
Onderweg verzamelde en tekende Hooker elke plant waar hij zijn handen op kon leggen. Dit legde hij na terugkomst gedurende zestien jaar vast in zijn zesdelige boekenreeks. Hij zou later directeur worden van de botanische tuinen in Kew, zijn beste vriend Charles Darwin inspireren bij het schrijven van On The Origin of Species en op nog meer plantkundige ontdekkingsreizen gaan. Dat is voor het verhaal van vandaag echter allemaal minder relevant dan de plantenverzameling die hij bij zijn eerste grote reis vastlegde.
Hookers gedroogde planten, bewaard op zogeheten herbariumvellen, belandden via via in de collectie van Naturalis. Daar zijn onderzoekers Kasper Hendriks en Frederic Lens dolblij met de 180 jaar oude uitgedroogde planten.